Maandag 30 maart: 07.00 uur, -2 graden. Na 5 uur slaap wandel ik, gerimpelde appel, in de fris bijtende kou. De zon komt op en ik merk dat ik zacht zing: ‘Het daghet inden Oosten, het lichtet overal; hoe luttel weet mijn liefken, och waer ick henen sal.’ Droevige schoonheid. Troostrijk.
Ik denk dat het komt omdat ik gisteren eindelijk tijd en moed had verzameld om mijn kantoortje uit te mesten. Tussen stapels paperassen vond ik ineens twee kaarten; Een vrome gedachtenis aan mijn oma Alida Cornelia van Arnhem, overleden 26 augustus 1945, 48 jaren jong, en een vrolijke kaart uit Indonesië van Cameraten Saskia Coolen, Erik Beijer, Louis Grijp, Suze van Grootel en Nico van der Meel. Verdriet en vreugde, hand in hand. Een groot contrast, ware het niet dat ook Suze, Erik en Louis intussen het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld hebben.
Het daghet inden Oosten, het lichtet overal… Ik hoor Suze naast me lachen, zie Louis, tong uit de mond, een moeilijk akkoord oefenen, en voel Erik’ warme hand op mijn schouder. Warmte voel ik ook om mijn hart… ze waren, nee, zijn me nog steeds zo dierbaar… 
Het daghet in den Oosten, het lichtet overal; Hoe luttel weet mijn liefken, och waar ik henen sal… nou, dit liefken weet het wel, want de koffie roept, en de stem moet getraind. Zingen ga ik, uit volle borst, tot de zon in het westen weer onder gaat. Houd moed lieve mensen, houd moed!

BESTEL NIEUWE CD